Noodverlichting speelt een cruciale rol in het waarborgen van de veiligheid van personen in gebouwen. In noodsituaties zoals stroomuitval of andere calamiteiten zorgt deze verlichting ervoor dat mensen veilig en zonder paniek een gebouw kunnen verlaten. Maar hoe werkt dit precies, en wanneer schakelt noodverlichting automatisch in? In deze blog bespreken we de werking van noodverlichting, relevante normeringen en eisen, en de situaties waarin noodverlichting essentieel is.
Noodverlichting bestaat uit armaturen die speciaal zijn ontworpen om te blijven werken, zelfs bij een volledige stroomuitval. Dit wordt mogelijk gemaakt door ingebouwde batterijen of een centraal voedingssysteem. Zodra de reguliere stroomtoevoer wegvalt, schakelt de noodverlichting automatisch in en blijft deze branden gedurende een bepaalde minimale tijd, meestal tussen 60 en 180 minuten, afhankelijk van de installatie.
Er zijn verschillende soorten noodverlichting:
Vluchtrouteverlichting: Geeft licht langs vluchtroutes en bij nooduitgangen.
Anti-paniekverlichting: Helpt om paniek te voorkomen in grote ruimten.
Verlichting bij risicovolle werkplekken: Zorgt voor voldoende licht om potentieel gevaarlijke handelingen veilig te stoppen.
De activering van noodverlichting gebeurt doorgaans automatisch bij spanningsuitval, zonder dat er handmatige tussenkomst nodig is.
Voor noodverlichting gelden strenge eisen en normen die ervoor zorgen dat de systemen betrouwbaar zijn en voldoen aan veiligheidsstandaarden. De belangrijkste normeringen zijn:
NEN-EN-1838: Deze Europese norm specificeert de minimale lichtniveaus en prestaties van noodverlichting.
NEN 1010: Richt zich op de elektrische installatie van noodverlichting.
NEN-EN-IEC 60598-2-22: Behandelt technische eisen voor de armaturen van noodverlichting.
Daarnaast kunnen lokale bouwvoorschriften aanvullende eisen stellen. In Nederland zijn gebouwbeheerders en eigenaren verantwoordelijk voor het naleven van deze voorschriften.
Noodverlichting moet regelmatig worden gecontroleerd en onderhouden. Dit omvat maandelijkse en jaarlijkse tests om te controleren of de verlichting correct functioneert en of de batterijen voldoende capaciteit hebben. Het niet naleven van deze onderhoudseisen kan resulteren in boetes en, belangrijker nog, gevaarlijke situaties.
Noodverlichting schakelt automatisch in bij de volgende situaties:
Stroomuitval: De meest voorkomende situatie waarin noodverlichting actief wordt, is een volledige of gedeeltelijke spanningsuitval. Dit kan veroorzaakt worden door een technische storing, kortsluiting of externe factoren zoals extreme weersomstandigheden.
Brandalarm: In sommige gebouwen is de noodverlichting gekoppeld aan het brandmeldsysteem. Bij het activeren van het brandalarm gaat de noodverlichting aan om de evacuatie te faciliteren, zelfs als er nog stroom is.
Testmodus: Tijdens periodieke testen wordt de noodverlichting handmatig of automatisch ingeschakeld om de werking te controleren.
Noodverlichting draagt niet alleen bij aan veiligheid, maar is ook verplicht volgens wet- en regelgeving. Zonder goed functionerende noodverlichting kunnen evacuaties chaotisch verlopen en neemt het risico op ongelukken toe.
Kantoorgebouwen: Hier is noodverlichting essentieel om werknemers en bezoekers veilig naar buiten te leiden.
Zorginstellingen: In ziekenhuizen en verzorgingstehuizen is noodverlichting van levensbelang voor kwetsbare personen.
Publieke ruimtes: Bioscopen, winkelcentra en stadions zijn verplicht noodverlichting te hebben vanwege het grote aantal bezoekers.
Noodverlichting schakelt automatisch in bij stroomuitval, brandalarmen of tijdens tests. Het is een onmisbaar onderdeel van de veiligheidsvoorzieningen in gebouwen. Door te voldoen aan de wettelijke normen en regelmatig onderhoud uit te voeren, kunnen gebouwbeheerders ervoor zorgen dat de noodverlichting altijd betrouwbaar functioneert wanneer dat nodig is.
Geen reacties gevonden.
